Albert Metselaar : “Ik val op diverse plaatsen in als voorganger en het geeft me levensinhoud. De levenservaringen te mogen delen, dat geeft mezelf weer energie”

Wie is Albert Metselaar?

Dat is een vraag waar we bij voorbaat al kunnen zeggen dat we slecht een antwoord op kunnen geven, want dat blijft je leven lang een zoektocht. Waar ik vandaan kom, wat ik doe, en waarom? Dat ligt misschien dichterbij.

Ik ben in 1959 geboren in Hollandscheveld, tussen de toen nog open wijken en opgaanden. Een wereld die inmiddels grotendeels is gedempt. Als bewoner van ‘de wijken’ zat je onderin de toenmalige pikorde. Of het dat was, ik weet het niet, maar ik heb in ieder geval geleerd dat dingen niet altijd makkelijk gaan en doorzetten hard nodig is. Mijn opvoeding is voor een flink deel gedaan door mijn oma van moederszijde, bij wie we inwonend waren. Stel je voor, oma heeft ’s morgens de paardenstaarten nog niet in een knoetje gedraaid, een jochie op kleuterschoolleeftijd zit op haar knie, de staarten in zijn handen en lijkt zo een paard te mennen, terwijl oma christelijke liedjes met hem zingt. Ook een basisgedachte gaf oma aan me mee: Wees niet bevreesd, geloof alleen. Lucas 8:50, zal het nooit weer vergeten. Dat was de tekst van mijn veel te vroeg overleden opa. Hij hield zich daar aan vast en dat gaf hem moed in een bedreigende wereld van crisis, oorlog en ziekte. Hij overleed in 1951. Zijn dood stond centraal in mijn jeugd. Dit temeer doordat oma ook de koffie verzorgde bij uitvaarten. Ik moest leren leven, want de dood stond vaak té centraal.

De zorgverlener of evangelist

Als kind wilde ik vanaf ongeveer mijn tiende de zorg in of evangelist worden. Ik voelde me altijd dicht bij God, en dat niet als iets speciaals voor mij, maar wetend dat dit voor iedereen zo kon zijn. Gewoon, omdat Hij ons dicht bij zich wil hebben. Lambarene, dat leek mij wel wat, samen werken met Albert Schweitzer. Maar het was dan niet zo handig als je met de Mavo begon. Het advies was wat anders, maar de Mavo vonden mijn ouders genoeg. Zo ging het dus. Mavo, dan een opleiding als allround verpleegkundige, en toen? Ja wat? Ik was het meest geschikt voor de psychiatrie en daar kon ik werk krijgen. Eerst bij demente bejaarden. Meteen begonnen met een bijbelschool. Daar zeg ik nu van: het was mijn tijd, maar Gods tijd nog niet. Ik moest meer levenservaring op doen. Die school werd dus niks. De levensschool werd wel wat. Geloof het of niet, maar ik zag zo ineens een meisje lopen en wist: die is voor mij, al kwam ik er op den duur ook achter dat ik van haar was. Of, anders gezegd, we werden beiden van onze drie dochters. Inmiddels alle drie uit huis, 5 kleinkinderen en dan ook nog het besef dat we niet op kinderen gerekend hadden, lang verhaal, maar dat maakt dat ik er extra van kan genieten. Mooi niet, als opa mag je genieten, het werk er omheen is voor je dochters en schoonzonen.

Veertig jaar betrokken bij de psychiatrie

De psychiatrie, daar ben ik uiteindelijk 40 jaar bij betrokken geweest, op allerlei afdelingen, eindigend als coördinator van een trainingscentrum. Tussentijds werd me duidelijk dat ik met al mijn kwalen daar het pensioen niet zou halen, dus ik moest aan de studie. Theologie kwam weer in zicht. In 1995 begon ik aan de HBO theologie van Windesheim met de 2e graads. In 2001 eindigde ik met twee 1e graadsdiploma’s en een afgerond kerkelijk traject. Een gemeente? Ja, dat was de bedoeling. Maar weer kwam er wat anders. Het trainingscentrum waar ik bij betrokken was, dat zou dicht, tenzij? De toenmalige directeur legde dit probleem in mijn schoot, juist vanwege de dubbele diploma’s en ik pakte het op. Jarenlang met plezier gewerkt….. Over dubbelheid gesproken…. de zorg leerde me ook dat historisch onderzoek een prachtige afleiding kon zijn, tussen alle problemen die op je dak kwamen. De zorg bracht genoeg mee.

Invaller bij kerkdiensten: vorig jaar voor de 500e keer 

Vanaf 1997 ging ik al voor als invaller bij kerkdiensten. Vorig jaar vierde ik in een dienst mijn 500e keer. Vieren, dat hoop ik erin te houden. Iedere 50e dienst trakteren, op pepermunt, dat wel, maar toch. Het is iets wat ik leerde in de zorg, omdenken, leren zien wat kan in plaats van wat je af is genomen, want zo voelt het vaak. Dan is vieren op zijn plaats, het maakt je bewust. Tevens bewust zijn van de historische lijn waarin je staat. Er is genoeg om bij de pakken neer te gaan zitten, maar hoe zet je de knop weer om? Wat leer je van ons verleden, in positieve zin? Ik ben opgegroeid in een kerk waarin ik bang werd gemaakt voor de bijbel, en dat is het laatste wat ik wil. Met mensen op zoek naar nieuwe energie, wetend dat God dicht bij je is. Hoe wij ook in God geloven, of niet, of twijfelen. Hij gelooft in ons, hoe beperkt we uiteindelijk ook worden. We kunnen wat doen, voor een ander, maar daardoor uiteindelijk ook voor onszelf.

Theorie omgezet in praktijk

Toen ik vanwege een kruiwagen vol kwalen werd afgekeurd, heb ik al die theorie ook omgezet naar mezelf. Ik val op diverse plaatsen in als voorganger en het geeft me levensinhoud. De levenservaringen te mogen delen, dat geeft mezelf weer energie. En nee, ik sta ’s zondags niet voor mezelf. Dát mogen delen, het geloof dat je nergens bang voor hoeft te zijn, want God is bij je en vangt je op, hoe ver het voor ons soms ook lijkt, dat mogen uitdragen en horen dat je dan een licht mag ontsteken bij anderen, voor wie het licht soms dovende is, dat doet goed. Daarbij ook jezelf laten zien? Ja. Want zo ben ik gemaakt.

Kledij

Wat ik ook probeer te doen in mijn diensten, is terug naar de bron. De inhoud, waar gaat het om? De KingCorn-theorie, het enige wat je weggooit is de verpakking. Er is zoveel in verandering, dat is niet erg, maar laten we dan wel op zoek naar de inhoud van ons geloof, zoals het ook ooit is gebracht. Ik doe dat letterlijk in mijn liturgische kledij. De albe is van ongebleekt linnen, volgens de voorschriften uit de vroege middeleeuwen. Aan de ketting hangt een kruis, zoals dat door de anglo-keltische missionarissen herkend zou zijn als keltisch. Gelijkarmig, in de afbeelding van de zon. Over mijn kledij een band van gevlochten henneptouw.

Moeten mensen het met me eens zijn? Nee hoor

Moeten mensen het met me eens zijn? Nee hoor. Ons geloof is geen met bronnen toetsbare geschiedenis en een onfeilbare uitkomst. Ons geloof is een zoektocht. Maar als we zo samen ons zoeken op gang kunnen houden, dan vinden we tussendoor genoeg om ons op de been te houden. Een gezegende zondag en een gezegend leven gewenst….. Tot ziens. Waar dan ook……

Albert Metselaar

 

Categorieën: Niet gecategoriseerd